Paterskerk

Gijske de Waaghals
Door Merel Morre

De wind snijdt in zijn gezicht. Had niemand hem kunnen zeggen hoe koud het hierboven zou zijn? Zestig meter hoog. Het tolt als hij naar beneden kijkt en de mensenmassa ziet. Hoeveel mensen zouden er staan? Honderden? Duizend? Hoofden in nekken. De mensen lijken nog alleen te bestaan uit een gezicht met voeten. Niet kijken, denkt Gijske. Zijn benen zijn van pudding.

illustratie Paterskerk Merel MorreEen week daarvoor was de weduwe, mevrouw Booms, aan de deur gekomen. Zijn
vader riep Gijske erbij. Of hij wilde helpen het Jezusbeeld op de nieuwe kerk te zetten. Iemand moest helemaal bovenop de torenspits staan om het beeld op de juiste plek te krijgen.
‘Als je het durft, Gijske, dan mag jij dat doen,’ zei mevrouw Booms. Ze glimlachte. Hij had er een rooie kop van gekregen. Stom natuurlijk. Hij twijfelde niet en knikte.

Van bovenaf lijkt het beeld veel kleiner dan toen Gijske ernaast stond, beneden. Vier meter is het, achthonderd kilo. Als een hulpeloze pop wordt Jezus onder zijn armen in de touwen gesjord. De werklieden hijsen het gevaarte omhoog.
Gijske herhaalt de instructies hardop. Vandaag gaat hij iets belangrijks doen, eindelijk. Niemand minder dan hijzelf, Gijske Janssen, 15 jaar, zal ervoor zorgen dat het beeld precies goed geplaatst wordt op de torenspits. Een gat onderin het beeld moet exact over de as schuiven. Hij moet scherp zijn. Focussen. Zijn ogen tranen van de wind.

Daar is Jezus. Langs de torenspits verschijnt eerst zijn achterhoofd, dan de gespreide armen, de benen. Gijske houdt zijn adem in en kijkt. Het gat, de as, het gat, de as. Kunnen ze het beeld laten zakken? Hij veegt zijn ogen droog. Rotwind. ‘Naar links!’ schreeuwt hij naar beneden. Horen ze hem wel? Jezus beweegt een stukje naar links. Het gat, de as, het gat, de as. ‘Zakken!’

De straat voelt nog wiebelig onder zijn voeten als mevrouw Booms een pakje in zijn handen drukt. ‘Voor je dappere werk.’
Gijske opent het doosje. Zijn handen trillen terwijl hij het gouden horloge door zijn vingers laat gaan. Op de achterkant staan cijfers gegraveerd: 19-3-1898. De dag dat hij Jezus op de kerk zette.